Met alle wetenschappelijke kennis die we in de afgelopen decennia vergaard hebben is het verbazingwekkend hoe weinig veel mensen eigenlijk weten over ons brein. Dankzij verkeerd geïnterpreteerde onderzoeken, mensen die de feiten verdraaien, en regisseurs die totale onzin bedenken doen er vele feitjes de rondte die eigenlijk helemaal niet kloppen. We zetten drie feiten op een rijtje waarvan iedereen denkt dat ze waar zijn, terwijl dat helemaal niet zo is.
Emoties staan rationele beslissingen in de weg
Iedereen kent wel de bekende geniale personages waar Hollywood zo van houdt, zoals bijvoorbeeld Spock, Sherlock Holmes en Dr. House. Het verhaal is altijd hetzelfde: Ze zijn geniaal omdat ze geen emoties hebben, en bijvoorbeeld geen liefde kunnen voelen. De algemene consensus lijkt dan ook te zijn dat emoties rationele beslissingen in de weg staan. Deze misvatting blijft echter niet beperkt tot films, want ook op de werkvloer hoor je geregeld het argument dat brouwen geen belangrijke functies kunnen vervullen omdat ze te emotioneel zouden zijn.
Dat is echter een mythe, want wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat emoties en rationele beslissingen juist elkaar kunenn complementeren. Sterker nog: Als je je emoties negeert of onderdrukt maak je juist veel slechtere beslissingen. Evolutionair gezien is dat opzich ook wel logisch: we zijn vrijwel de enige soort met de mogelijkheid om zulke complexe gevoelens te ervaren. Wetenschappers weten nog niet helemaal zeker hoe emoties en beslissingen elkaar complementeren, maar het is in ieder geval zeker dat als emoties missen er een hoop dingen verkeerd gaan. Patienten met permanente schade aan hun orbitofrontale cortex, het gedeelte dat je emoties aan de rest van je brein linkt, hebben de grootste problemen met vrijwel elke soort beslissing. Ze zijn zeer rationeel, maar kunnen niet eens over de kleinste dingen beslissen.
Dat is ook niet zo gek, neem bijvoorbeeld het volgende voorbeeld: Stel je moet een hete oven openen, en je hebt de keuze of je de hendel beetpakt met een handschoen, of je blote handen. Als je niet de mogelijkheid hebt om angst te ervaren, is het veel lastiger om snel te beseffen dat je een handschoen aan moet trekken. Dat is misschien een simpel voorbeeld, maar hetzelfde geld voor belangrijkere situaties (al lijkt het me erg belangrijk dat je je handen niet verbrandt). Hetzelfde geldt voor het spelen van spelletjes: patiënten die geen emoties ervaren zijn behoorlijk slecht in de meeste spellen waarbij je belangrijke beslissingen moet nemen, omdat ze geen angst hebben om te verliezen. Emoties kunnen dus ook juist een sterke motiverende factor zijn.
Lees ook: De kans is groot dat je herinneringen niet meer kloppen
Train je brein met dit spelletje!
Je komt ze vaak tegen in boekjes en op onschuldige websites: Brain-Trainers. Ze zijn makkelijk en toch uitdagend, en zouden je brein slimmer maken. Talloze spelletjes voor elk soort platform worden gepromoot met slogans als “Houd je brein jong!” en “Wordt nu nog slimmer!”. Verschillende onderzoeken zouden hebben bewezen dat de verslavende puzzels echt werken, en je zelfs Alzheimer kan voorkomen. Alleen al breinspelletjes voor kinderen staan garant voor een industrie ter waarde van ‘slechts’ $300 miljoen. Je raadde het waarschijnlijk al, maar eigenlijk zijn zulke spelletjes gewoon pseudo-wetenschap. Ze zijn leuk om te doen, maar hebben amper of geen effect op hoe gezond je brein is. Het tegenovergestelde lijkt waar, omdat je beter wordt in het spelletje dat je speelt, door middel van herhaling en oefening. Maar dat heeft niks te maken met hoe goed je brein werkt. Denk bijvoorbeeld aan een toets waarvoor je feitjes in je hoofd moet stampen: je zult een hoog cijfer halen als je stampt, maar je bent niet opeens intelligenter. de BBC liet 11430 mensen voor zes weken de bekende Brain-Trainers spelen, omdat veel reclames beweren dat je binnen zes weken kan merken dat je slimmer bent geworden. Zoals verwacht werden de participanten een stuk beter in de spelletjes die ze speelden,maar als ze echte intelligentie-tests deden scoorden ze net zo laag als voor de zes weken. Andere onderzoeken bevestigen de conclusies van de BBC: De spelletjes zijn leuk, maar slimmer wordt je er niet van…
Ik ben een wiskundig persoon!
Sommige mensen zijn lang, en anderen zijn kort. Sommigen zijn goed in zingen, anderen niet. Sommigen zijn goed in wiskunde, anderen vinden het onmogelijk moeilijk. Dat is toch logisch? Aziaten zijn bijvoorbeeld veel beter in wiskunde dan de rest van de wereld! Veel mensen geven het al op voor ze er uberhaupt aan begonnen zijn, omdat ze er simpelweg niet de genen voor zouden hebben. Het is waar dat een bepaald gedeelte van je intelligentie genetisch bepaald is, maar er is geen gedeelte van je brein dat je beter maakt in het oplossen van wiskundige problemen. Het gaat erom dat je je mentale kracht focust op een bepaald iets, wat voornamelijk bepaalt wordt door de manier waarop scholen les geven. Aziaten zijn simpelweg beter in wiskunde omdat hun cultuur de nadruk legt op rekenen en het oplossen van wiskundige problemen, en ze er dus veel beter in getraind worden. Ga dus niet bij de pakken neerzitten omdat je van te voren al denkt dat je ergens niet goed in bent, want het heilige hulpmiddel is dus oefenen, zodat je die Selffulfilling prophecy kan voorkomen. Het is waar dat de een misschien slimmer is dan de ander, maar als je niett de moeite in iets steekt wordt je er nooit goed in.