Afgelopen zaterdag heeft de president van Colombia laten weten dat het zal stoppen met het het gebruik van kankerverwekkende bestrijdingsmiddelen in de strijd tegen de cocaïneproductie in het land. In plaats daarvan zullen zij gebruik gaan maken van cocabladeren etende motten.
Al decennia is Colombia één van de grootste producenten van cocaïne. Cocaïne wordt gemaakt van cocabladeren, deze bladeren groeien op zeer grote hoogte en om die reden staat Colombia er zo bekend om.
Herbicide
Voorheen gebruikten de Colombiaanse regering de herbicide glyfosaat. Redelijk recentelijk heeft de World Health Organization het middel toegevoegd aan de lijst van carcinogene stoffen, wat betekend dat het kanker kan veroorzaken wanneer men met het middel in aanraking komt. Glyfosaat wordt onder andere gebruikt in het bekende anti-onkruid product Roundup. De herbicide werden voorheen vanuit een vliegtuig over de cocaplanten losgelaten. Meer gerichte pogingen zoals mensen ter plaatse de cocaplanten laten vernietigen is geen optie gezien de aanwezigheid van terroristische organisaties zoals FARC.
Motten
Nu is er een nieuw plan om de cocaplanten te vernietigen, met behulp van motten. Het nieuwe plan komt van het hoofd van Bogota’s Quindio Botanical Garden. Bij de nieuwe methode wordt er gebruik gemaakt van de Eloria Noyesi uit de familie van de spinneruilen. Het beestje heeft een beige kleur en lijkt eigenlijk op iedere andere mot. Het enige verschil met andere motten is dat het vrouwtje haar eitjes uitsluitend legt op cocaplanten, dit maakt de soort uitermate geschikt voor deze missie.
Op het moment dat de eitjes uitkomen doen de rupsjes wat iedere rups doet, bladeren eten. De rupsen eten tot wel anderhalf keer hun eigen lichaamsgewicht. Met voldoende eitjes kan een volledige oogst dus gemakkelijk en groen worden verwoest.
Het idee om motten te gebruiken in de strijd tegen cocaïne is al eerder geopperd, maar ecologen wisten toen nog niet precies hoeveel invloed de motten op het gevoelige ecosysteem zouden hebben waarin zij geplaatst zouden worden. Het zal helaas geen 100% oplossing zijn voor het probleem, maar het is altijd beter dan een kankerverwekkende herbicide.
