Het is nooit stil in de wereld van levensbedreigende ziektes, wanneer het wat stiller wordt rondom Ebola steekt er zich wel weer een nieuwe ziekte de kop op, zoals bijvoorbeeld MERS. Maar gelukkig zitten wetenschappers zou eenmaal niet graag stil en hebben ze nu een manier gevonden om het virus af te remmen in muizen.
MERS
MERS staat voor Middle East Respiratory Syndrome en het is een coronavirus dat lijkt op het beter bekende SARS-virus. Zoals uit de naam valt op te maken heeft het te maken met de luchtwegen en kan het hier ernstige ontstekingen aan veroorzaken. De eerste bekende besmetting waarover is bericht stamt uit september 2012 in Saudi-Arabië, twee jaar later in 2014 is het voor het eerst in Nederland gesignaleerd. Er zijn twee varianten van de ziekte waarvan variant A nog goed te behandelen was, bij variant B heeft het virus zich aangepast en is daarom moeilijker te stoppen.
Momenteel vormt het virus voornamelijk in Zuid-Korea een groot probleem en zijn er geluiden van een eerste besmetting in onder andere Thailand. In Zuid-Korea heeft de ziekte in de laatste paar weken al aan 24 mensen het leven gekost.
Oplossing
Er zijn nog steeds een hoop vragen over hoe het virus precies te werk gaat en daarom zijn er nog geen goed werkende vaccins voor. De modellen waarvoor vaak dieren gebruikt worden werkten tot nu nog niet met het virus. Maar nu is hoop in de vorm van een artikel dat gisteren is gepubliceerd op PNAS.
In het artikel beschrijven de onderzoekers een manier waarop zij sneller tot een vaccin voor MERS kunnen komen met het gebruik van VelociGene en VelocImmune. Dit zijn technologieën die gebruikt zijn om het virus aan te passen en te analyseren welke antistoffen er worden aangemaakt bij besmetting. VelociGene is gebruikt om het virus geschikt te maken voor muizen zodat zij ook besmet kunnen raken. Vervolgens werden de antistoffen geanalyseerd met VelocImmune. Door het gebruik van deze technologie werden er menselijke antistoffen gecreëerd.
Toen de onderzoekers deze menselijke antistoffen los lieten op het orginele virus kwamen zij erachter dat het zeer effectief te werk ging. Bij andere testen waarbij de muizen een dag voor besmetting de antistoffen toegediend kregen bleek dat het virus zich niet kon vermenigvuldigen. De ontstekingswaarden in de muizen waren aanzienlijk lager waardoor er vanuit gegaan kan worden dat de ontstekingen in de longen een stuk minder ernstig waren.
Zoals bij ieder vaccin moet er nog een hoop getest gaan worden voordat het ook daadwerkelijk gebruikt kan gaan worden, maar met berichten als deze kunnen we verdere besmetting wellicht voor zijn.