Kunstmatige intelligentie vordert met de dag, maar niet alles lijkt binnen handbereik te liggen van steeds slimmere computer, zoals bijvoorbeeld het vertellen van een goede grap. Onderzoekers hebben lang gedacht dat er een aantal basis principes ten grondslag liggen aan humor maar dit lijkt een stuk ingewikkelder te liggen.
Onderzoekers van de Universiteit van Michigan, Columbia Universiteit, Yahoo! Labs en de New Yorker hebben hun krachten gebundeld om erachter te komen wat de bouwstenen zijn voor humor zoals wij het kennen. Het artikel hierover is gepubliceerd door arXiv.
Humor
Humor bestaat al erg lang, maar het is wel degelijk tijdgebonden en subjectief. Daarom is het zo moeilijk te ‘berekenen’ voor computers wat door ons als mensen grappig wordt ervaren.
De New Yorker is bij dit onderzoek betrokken omdat zij de data aanleveren die de computers aan het werk zet. Iedere week plaatst de New Yorker een cartoon met een bijschrift die in te sturen is door de lezers. Iedere week krijgen zij zo’n 5000 onderschriften binnen waaruit gekozen kan worden. Hierdoor is er een enorme database ontstaan waar de computers gebruik van kunnen maken. De onderzoekers hebben een totaal van 50 cartoons en 300.000 onderschriften uitgekozen voor dit onderzoek.
Onderschrift
Het was taak aan de computer om deze cartoons en onderschriften te categoriseren op emotie en het onderwerp. De computer kreeg ook de opdracht om twee onderschriften aan elkaar te linken. Op basis hiervan kregen een aantal proefpersonen de keuze voorgelegd welke van de twee onderschriften zij grappiger vonden. De proefpersonen zagen maar enkele overeenkomsten in de links die de computer had gemaakt. Zo waren veel van de onderschriften op negatief sentiment gebaseerd, gingen ze over mensen en stond het taalgebruik centraal.
Op zich is dit geen verassing als er gekeken wordt naar het gemiddelde onderschrift dat wordt ingestuurd, maar dit betekend niet dat de computer in staat is daadwerkelijk het grappigste onderschrift uit te kiezen.