De Europese strip is allesbehalve dood, met nieuwe goedlopende series en innoverende initiatieven zoals Yieha. Maar wat zijn nou echt de albums die je gelezen moet hebben? Tussen alle Suskes en Wiskes en grafische novelles zie je al snel het bos niet meer. We recenseren een aantal strips om een beter beeld te krijgen van wat nou goed is en wat je absoluut moet vermijden, met deze week een aantal top-strips: naast het nieuwe XII Mystery-album hebben we ook het bloed van lafaards gecheckt, en maakten we kennis met oude bekenden.
De integrale Johan en Pirrewiet deel 1 & 2
De afgelopen maanden lijkt elke uitgeverij wel luxe bundels van hun klassieke strips uit te geven. Niet altijd lijkt zo’n nieuwe uitgave altijd even relevant, en verzacht nostalgie de pijn van de tand des tijds meer dan veel strip-fans zouden willen toegeven. Toch is het een logische stap voor uitgeverijen: de gemiddelde strip-fan is relatief oud, en jeugdsentiment is dus een zeer effectief middel om meer te verkopen. Dat kan soms tot een afschrikkend effect voor de jonge geïnteresseerde strip-fans leiden, maar daar hebben we het een ander artikel wel over. Innovatie is niet altijd nodig, al helemaal niet als je het over Johan en Pirrewiet hebt. Grote kans dat je ze vooral van de tekenfilm kent, of natuurlijk van de legendarische strips. Dat mag overdreven klinken voor de jongere lezers van mijn leeftijd, maar elke veertiger of vijftiger die ik de integrale uitgaves toonde van Johan en Pirrewiet begon spontaan te watertanden. De eerste verhalen van Johan en Pirrewiet kwamen in 1952 uit, gepubliceerd in het weekblad Robbedoes. Sindsdien wist Peyo met zijn komische verhalen en sympathieke personages de harten te veroveren van vele strip-lezers.
De hardcover uitgaves bevatten allebei drie volledige avonturen van de sympathieke personages, plus een hoop extra materiaal. Denk aan een artikel over de bedenker van Johan en Pirrewiet, Peyo, ook bekend van de Smurfen. Of vele illustraties en platen, en twaalf pagina’s van een strip die hij nooit afmaakte. Dat alles is op prachtig papier afgedrukt, waardoor het een prachtig verzamel-item is voor elke strip-fan. Vergis je echter niet als je ziet hoe dik deze integrale uitgaves zijn: het bonus-materiaal vult bijna de helft van de hardcovers, dus verwacht niet zoveel pagina’s aan strips. De strips van de tweede integrale bundel zijn overtuigend beter, al is dat niet per se een nadeel. Het is juist een genot om te zien hoe Peyo op gang moest komen tijdens de eerste verhalen, en daardoor kunnen fans juist op een unieke wijze ervaren hoe hun favoriete personages tot stand kwamen. Betekent dat dat nostalgie toch weer een grote rol speelt? Ja dat klopt, en nieuwe strip-lezers zullen niet omver geblazen worden door de verhalen van Peyo. Maar dat neemt niet weg dat Dupuis met deze uitgave op een prachtige manier deze sterke reeks in het zonnetje zet, iets wat Johan en Pirrewiet misschien nog wel meer verdienen dan de Smurfen, de andere creatie van Peyo. Op naar de volgende twee bundels!
XIII Mystery
Ik zal van tevoren maar alvast toegeven dat ik groot fan ben van scenarist Frank Giroud. Hij brengt complexiteit en kunstzinnigheid naar strips zonder de kern van het verhaal te vergeten. Misschien ken je hem wel van de reeks Levenslijnen of Quintett, allebei vrij serieuze strip-reeksen met een originele manier van verhalen vertellen. Onlangs las ik een stuk van iemand waarin zijn schrijfstijl wordt vergeleken met mozaïeken: hij schrijft vaak op zichzelf staande verhalen die toch uiteindelijk samenkomen. Dat is een hele kunst, want als lezer raak je al snel het overzicht kwijt, al helemaal als je meerdere maanden op het volgende album moet wachten. Toch gaat Frank Giroud zelden de mist in, al zou je kunnen beredeneren dat zijn “mozaïeken” soms meer het hoofdonderwerp worden dan het verhaal zelf. Deze week las ik zijn XIII Mystery-album, het achtste deel van de spin-off-reeks van XIII. Elk deel van XIII Mystery focust op een personage uit de veelgeprezen XIII-reeks van Jean van Hamme, en wordt geschreven en getekend door een ander team. Je kunt zeggen wat je wilt over het wisselen van tekenstijl, maar tot nu toe was het resultaat altijd prachtig. Jean van Hamme houdt nog steeds het overzicht, en elk deel is zelfs tot op zekere hoogte gewoon op zichzelf te lezen. Een prestatie op zich, al zul je de verwijzingen en gebeurtenissen beter kunnen appreciëren als je de originele reeks ook gelezen hebt, die alweer in 1984 startte.
Dit deel gaat dus over Martha Shoebridge, en vooral haar verleden. Daarover is in de XIII-reeks voor zover ik weet nog vrij weinig gezegd, en Giroud heeft dus de kans om een prachtig verhaal neer te zetten. Dat doet hij tot op zekere hoogte ook, maar toch is dit niet de Frank Giroud die ik gewend ben. Het plot zit goed in elkaar en het verhaal is zeker boeiend voor fans van de serie, maar toch had ik stiekem meer verwacht van Giroud. Laat deze strip echter nu niet meteen links liggen, want het is nog steeds een ijzersterk verhaal. Giroud heeft dankzij zijn vorige strip-reeksen de lat zeer hoog gelegd, maar toch komt het verrassend goed uitgewerkte plot qua niveau in de buurt van de beste momenten van Levenslijnen. Een groot compliment, en het is dan ook enkel de manier van vertellen van Giroud die gewoon niet altijd even goed samenwerkt met de tekeningen van Colin Wilson waardoor het niet altijd even lekker weg leest. De tekeningen van Wilson komen niet altijd even goed uit de verf in combinatie met het verhaal, al helemaal als je zijn werk vergelijkt met de eerdere samenwerkingen uit deze reeks. Gelukkig is zijn detail-werk nog steeds een genot voor het oog, ook op momenten waarop je meer van hem verwacht had. Een iets minder deel dus in de XIII Mystery-serie, dat dankzij een goed bedacht plot toch nog absoluut de moeite waard is.