Elke boekenwinkel lijkt vol te liggen met populair-wetenschappelijke boeken, voor iedereen interessant en altijd goed te behappen. Toch weten de boeken (met vaak psychologie als onderwerp) niet altijd te bekoren, en vervallen de auteurs soms in een sensationele toon die niet bij het onderwerp past. Gelukkig zijn er vele uitzonderingen, boeken die laten zien hoe het ook kan. Een compleet nieuw brein is een goed voorbeeld van zo’n boek.
Daniel H. Pink – Een compleet nieuw brein
Daniel H. Pink (51) is een schrijver en presentator, die voordat hij vijf internationale best-sellers schreef onder andere de speeches van Al Gore schreef. Je kent hem misschien als de presentator van het National Geographic programma Crowd Control, waar hij wetenschappelijke kennis op een praktische en vermakelijke manier toepast in het dagelijkse leven. Dat is waar Pink goed in is: schrijven over wat ons als mensen motiveert, en hoe ons brein nou eigenlijk werkt. Hij schreef er onder andere over in Drive: The Surprising Truth About What Motivates Us, een boek dat in meer dan 30 talen vertaald werd. In het boek legt Pink uit waardoor we gemotiveerd/gedreven worden, en hoe je die kennis toe kan passen in je dagelijkse leven. Hartstikke interessant, maar het boek dat ik vandaag recenseer laat Pink op zijn best zien: hij legt uit waarom in de toekomst de kwaliteiten van de rechter hersenhelft belangrijker worden, en geeft de lezer ook nog eens zes praktische stappen mee waarmee je wellicht succesvol kan worden in de toekomst.
Pink gaat gelijk diep op het onderwerp in: hij legt uit wat de verschillen zijn tussen onze twee hersenhelften, en wat de rollen zijn die ze in het dagelijks leven spelen. Je kent de verschillen vast nog wel door biologie op de middelbare school: de linker hersenhelft is meer tekstueel, analytisch en logisch nadenkend, en denkt meer in oorzaak en gevolg. Je rechter hersenhelft is meer gericht op context, metaforen, esthetica en creativiteit. Pink beredeneert in het eerste hoofdstuk van Een compleet nieuw brein dat de rechter hersenhelft steeds belangrijker wordt in de toekomst, en dat we ons daarop moeten voorbereiden. Steeds meer taken worden immers geautomatiseerd, en dingen als fijne motoriek worden dan ook steeds minder belangrijk, iets wat in de vorige eeuw juist het tegenovergestelde geval was.
Pink beschrijft dit alles op een informatieve manier, die toch ondanks het misschien ietwat droge onderwerp je toch weet te vermaken, waardoor het boek lekker weg leest. Zijn schrijfstijl begint echter pas echt te schitteren als hij de invloed van de steeds belangrijker wordende rechter hersenhelft beschrijft: hij weet op een realistische manier een maatschappij te beschrijven die steeds meer op zoek gaat naar emotie en spiritualiteit (rechter hersenhelft), de maatschappij waar wij in leven. Zijn voorbeelden zijn raak, waardoor zijn bruggetjes naar de toekomst ook altijd goed te volgen zijn, ook als je geen fan was van biologie op school.
Dit boek zou ik bij vlagen ook eerder filosofisch willen noemen dan wetenschappelijk, maar misschien is dat juist de kracht van Pink: de wetenschappelijke kennis die we hebben als basis gebruiken, en daarvanuit filosofisch door redeneren. Een voorbeeld van zo’n herkenbaar en raak voorbeeld is bijvoorbeeld hoe bedrijven tegenwoordig van elkaar moeten winnen: prijs en functionaliteiten zijn minder belangrijk dan vroeger, en het gaat tegenwoordig dan ook meer om esthetiek en emotie in de strijd om de consument. Een treffend voorbeeld dat laat zien dat inderdaad de kwaliteiten van onze rechter hersenhelft steeds meer aangesproken worden. Als je meer wilt weten over hoe Pink onze tijd analyseert raad ik je absoluut aan dit boek te gaan lezen. Waar het op neer komt is dat hij ons tijdperk (de 21e eeuw) de conceptuele eeuw noemt, die voortkomt uit de 20e eeuw, het informatie tijdperk.
Lees ook: 6 hobby’s die ons slimmer maken
Als je succesvol wilt zijn in het conceptuele tijdperk moet je volgens Daniel H. Pink de kwaliteiten van je linker hersenhelft combineren met zes bekwaamheden van je rechterhersenhelft: Design, verhaal, symfonie, empathie, spel en zingeving. Met design bedoelt Pink bijvoorbeeld dat je verder moet gaan dan het op de markt zetten van een functioneel product, zodat je iets prachtigs en emotioneels kunt creëren. Zo gaat hij in zes hoofdstukken langs alle zes de punten, en laat hij zien hoe we onze rechter hersenhelft kunnen gebruiken om op een hoger niveau te presteren. Dat klinkt enorm zweverig, maar door de praktische voorbeelden van Pink blijft het allemaal zeer goed onderbouwd en herkenbaar voor de lezer. Sommige bekwaamheden zijn misschien allang logisch voor jou, waardoor ik ook mezelf soms betrapte op een “duh!”-gezicht.
Toch maakt Pink alles absoluut het lezen waard door bijvoorbeeld de portfolio-hoofdstukjes, waarin wordt uitgelegd hoe jij goed kunt worden in de genoemde bekwaamheden. Een soort van self-help boek op populair-wetenschappelijk niveau zeg maar. Maar daar blijft het ook bij, en of je dat erg vindt zal geheel liggen aan wat voor verwachtingen je voor dit boek hebt. Als je een puur wetenschappelijk boek verwacht zal de vrij lichte en filosofische schrijfstijl van Pink je misschien tegenstaan, maar als je open staat voor een interessant en vermakelijk boek dan is Een compleet nieuw brein absoluut de moeite waard.
Het boek leest snel weg en geeft je ook echt praktische tips en oefeningen mee die je ook echt kunt gebruiken. De wijsheden van Pink zullen absoluut niet je leven veranderen, maar toch kan het boek je nieuwe perspectieven bieden waarmee je ontwikkelingen om je heen op een nieuwe manier kunt bekijken. Je moet soms even door ietwat gedateerde voorbeelden en iets te logische redeneringen heen bijten, maar dankzij de soepele schrijfstijl van Pink zal dat nooit erg zijn. Een compleet nieuw brein is absoluut het lezen waard, of je nou geïnteresseerd bent in de wetenschap achter hersenhelften of niet. Dat maakt dit boek zo goed: het is voor iedereen relevant.