Duiven
Het diagnosticeren van kanker kan extreem ingewikkeld zijn, want het verschil tussen een bobbeltje en onschuldig weefsel kan het verschil betekenen tussen leven en de dood. Het is dan ook logisch dat pathologen lang naar school moeten en trainingen moeten volgen voordat ze voor de patiënten mogen bepalen wat de beste aanpak is. Misschien kunnen duiven binnenkort een handje helpen, want onderzoekers van de Universiteit van Californie en de Universiteit van Iowa hebben onderzoek gedaan naar hoe pathologen leren hoe ze kanker moeten identificeren, en die kennis toegepast op duiven. De onderzoekers hebben de meest belangrijke eigenschappen en kenmerken die een rol spelen bij een diagnose op een rijtje gezet, en vervolgens hebben ze duiven getraind om het onderscheid te maken tussen gezond en kwaadaardig weefsel. Het visuele systeem van de mens lijkt erg op dat van een duif, en dat blijkt ook maar weer uit de resultaten van dit onderzoek: de duiven waren verbazingwekkend accuraat in hun diagnoses.
Lees ook: Ontdek of je kind oogkanker heeft met je smartphone
Tijdens het experiment lieten wetenschappers een aantal microscopische afbeeldingen van borstweefsel aan de duiven zien. Vervolgens moesten de duiven kiezen tussen een gele of blauwe knop kiezen, die corresponderen met kwaadaardig of goedaardig. De duiven kregen een lekkere snack als ze de juiste beslissing namen, en na vijftien uur wisten de meeste duiven in 85% van de gevallen een juiste diagnose te stellen. Pathologen doen het voorlopig nog een stuk beter: gemiddeld hebben pathologen het in 97% van de gevallen goed, zelfs bij afbeeldingen die minder duidelijk zijn. Ook in andere experimenten deden de duiven het verbazingwekkend goed, en werd het duidelijk dat we over het algemeen de dieren erg onderschatten. Je zult dan ook niet binnenkort door een duif begroet worden in het ziekenhuis, maar ze kunnen wel onderzoekers helpen bij het begrijpen van hoe pathologen kunnen leren.
Het viel bijvoorbeeld op dat de duiven moeite hadden met het diagnosticeren van afbeeldingen die gecomprimeerd waren, maar dat de dieren na enkele uren begonnen te wennen aan de lage kwaliteit van de foto’s. Ook mensen hebben aanvankelijk moeite met de afbeeldingen, maar na een tijdje kunnen ook zij zich aanpassen aan de lagere kwaliteit. Het moge duidelijk zijn: de manier waarop duiven afbeeldingen verwerken komt zo erg overeen met de manier waarop pathologen dat doen, dat onderzoekers duiven kunnen gebruiken om nog sneller te weten te komen hoe ze pathologen zo goed mogelijk kunnen trainen, waardoor ze hopelijk uiteindelijk meer accuraat kunnen diagnosticeren.