Klimaatverandering brengt een hoop nare dingen met zich mee, zoals extreem weer en het smelten van de ijskappen. Maar iets waar het ook verantwoordelijk voor is waar je niet zo gauw aan zou denken is het verlies aan zuurstof in het water van de oceanen.
Onderzoekers van NCAR (National Center for Atmospheric Research) in Colorado, Verenigde Staten hebben geconstateerd dat er op sommige plekken in de oceanen al een verschil merkbaar is wat betreft het zuurstofgehalte, maar dat dit tussen 2030 en 2040 in alle oceanen merkbaar zal zijn. Het artikel is gepubliceerd in Global Biochemical Cycles.
Klimaatverandering
Het is niet gemakkelijk geweest voor de onderzoekers om de metingen te doen, “Doordat zuurstof concentratie in de oceaan schommelen door verschil in temperatuur en wind aan het oppervlak is het een uitdaging geweest om het verlies van zuurstof te linken aan klimaatverandering.”, aldus Matthew Long, één van de onderzoekers van NCAR.
Lees ook: Minder voedselverspilling kan klimaatverandering afremmen
Dieren
Uiteraard is deze ontwikkeling levensgevaarlijk. Zonder zuurstof is leven in de oceaan voor zeedieren niet mogelijk, hierdoor zal de visserij ophouden te bestaan en valt een belangrijke voedselbron voor de mens weg. Het maakt namelijk niet uit hoe diep een dier leeft in de oceaan, het zuurstof komt altijd vanaf het oppervlak. Het kan rechtstreeks uit de atmosfeer komen, maar het kan ook omgezet worden door fytoplankton door middel van fotosynthese.
Het probleem doet zich eerder voor in warmere wateren, bij warm water wordt zuurstof al moeilijk opgenomen. De zuurstof is hier lichter dan het water waardoor het niet zinkt en zich ook niet naar diepere wateren kan verplaatsen.
CESM
Het team heeft tijdens dit onderzoek gebruikt gemaakt van het Community Earth System Model, een model ontwikkeld door NCAR zelf. Het model bevat formules waarmee er een berekening gemaakt kan worden wat de consequenties zijn van bepaalde ontwikkeling zoals het verlies van zuurstof door de oceaan.
De onderzoekers startten het model van het jaar 1920 tot aan 2100 met steeds minimale variaties in luchttemperatuur. Deze kleine miniscule wijzigingen veranderde naar verloop van tijd in grote verschillen die gebruikt kunnen worden voor toekomstig onderzoek naar dit opkomende probleem.
De kaarten die hieruit voortgekomen zijn kunnen waardevolle instrumenten vormen in verder onderzoek. Nu weten onderzoekers waar zij het best kunnen gaan meten om een beter beeld te krijgen van de ontwikkelingen.